Geschiedenis van Brood en Banketbakkerij Jac Nelissen
In 1851 was er veel armoede. Mijn overgrootvader, waar ik de stamhouder van ben, werkte toendertijd in een kleine bakkerij als leerjongen. Omdat hij niet kon verdragen dat de rijken alleen maar konden genieten van lekker gebak, heeft hij ontslag genomen en is vervolgens vanuit een schuurtje achter zijn huis, met mijn overgrootmoeder, begonnen met koken en bakken voor de mensen met een kleine beurs.
Mijn vader is toen wegens ziekte moeten stoppen. Ik, zijn zoon, verbleef toen in het buitenland. Ik heb in de tropen gezeten zoals Thailand, Suriname en de Nederlandse Antillen en daarnaast in Polen en Hongarije, alwaar ik kennis gemaakt heb met de buitenlandse keuken en bakkerswereld.
Mijn passie en liefde heb ik van mijn overleden ouders en overgrootouders overgenomen. Ik ben dan ook terug sinds 2017 en zie dat er hier veel veranderd is.
Alles is duurder geworden en de rijken worden rijken worden rijker en daar kan ik ook niet tegen.
Zodoende ben ik net als mijn overgrootvader weer begonnen te bakken met ambachtelijke recepten zonder extra toevoegingen, zoals zij het deden, zodat iedereen een eerlijke prijs betaald voor een ambachtelijk stukje gebak.
Want ook de mensen met een kleine beurs hebben recht op een lekker stukje gebak of brood. Verder verzorgen wij gerechten uit de Europese en Oosterse keuken zoals Surinaamse, gerechten bami en Thaise en Chinese loempia’s.